Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

FAQ Uitvoering bodemsanering

Op deze pagina vindt u veelgestelde vragen over BRL SIKB 7000 en de daarbij horende protocollen 7001, 7002 en 7003.

  • reikwijdte
  • erkenning
  • uitbesteden
  • uitvoeren

Reikwijdte

Wanneer is het certificatieschema onder BRL SIKB 7000 van toepassing?
Is dat vanaf het moment dat er meer dan 25 m3 sterk verontreinigde grond of 100 m3 sterk verontreinigd grondwater (boven interventiewaarden) wordt ontgraven/gesaneerd of is dat al bij het saneren van de eerste kuub grond/grondwater binnen een geval van ernstige bodemverontreiniging?

Als er sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging, dan is vanaf de eerste m3 die ontgraven wordt het certificatieschema onder BRL SIKB 7000 van toepassing. De Circulaire bodemsanering geeft aan dat sprake is van een geval van ernstige bodemverontreiniging zodra sprake is van meer dan 25 m3 bodemvolume grond of 100 m3 bodemvolume grondwater die met één of meerdere stoffen verontreinigd is tot boven de interventiewaarde. Ongeacht de hoeveelheid grond die wordt ontgraven of grondwater dat wordt onttrokken, is dan per definitie sprake van een (sanerings)handeling onder de saneringsparagraaf van de Wet bodembescherming. Daaruit volgt dat een Wbb-saneringsplan of BUS-melding noodzakelijk is, waaraan ook de erkenningsplicht voor de uitvoering van de bodemsanering onder de BRL SIKB 7000 is gekoppeld. Er is één uitzondering: de eerste 24 uur van een bereddering na een calamiteit.

De erkenningsplicht geldt overigens alleen als het gaat om een een sanering; opdrachtgevers en overheden vragen ook voor ander grondwerk vaak om een certificaat voor BRL SIKB 7000. Dat mag, maar dan is het geen verplichting die volgt uit wet- en regelgeving.

Zie voor meer gedetailleerde informatie over de reikwijdte van BRL SIKB 7000 paragraaf 1.2 in die BRL. Zie voor meer informatie over de bodemregelgeving de website van Bodem+.

Geldt dat ook voor uniforme saneringen in de zin van het BUS (Besluit uniforme saneringen)?

Ja, hetzelfde geldt voor de uitvoering van bodemsaneringen onder het BUS. De artikelen 2.2 en 2.3 van de Regeling uniforme saneringen regelen dat zowel de uitvoering als de milieukundige begeleiding van de bodemsanering uitgevoerd moeten worden door erkende bedrijven. Binnen BUS is één uitzondering waarbij milieukundige begeleiding niet noodzakelijk is, mits aan de volgende vier voorwaarden wordt voldaan (artikel 3.3.5 van de Regeling uniforme saneringen):

  1. de werkzaamheden worden uitgevoerd onder de categorie tijdelijk uitplaatsen;
  2. op de saneringslocatie niet reeds een isolatielaag in de vorm van een leeflaag of andere duurzame afdeklaag aanwezig is en de ontgraving niet dieper reikt dan deze isolatielaag;
  3. de ontgraving dieper reikt dan de verontreinigde bodemlaag en daardoor selectief moet worden ontgraven (d.w.z. dat verschillende kwaliteiten grond gescheiden ontgraven moeten worden)
  4. er geen verontreinigde grond wordt afgevoerd en dus alle ontgraven grond wordt teruggebracht in het profiel van ontgraving (Op grond van paragraaf 7.3 van de Handreiking uniforme saneringen is een uitzondering toegestaan als tijdens het werk blijkt dat toch niet alle grond teruggeplaatst kan worden en niet meer dan 25 m3 grond afgevoerd moet worden. Let op: deze uitzondering is niet bedoeld voor situaties waarbij vooraf duidelijk is dat grond afgevoerd moet worden).

Het afvoeren van > 25 m3 grond in een verontreiniging boven de interventiewaarden, in het kader van de aanleg van riolering houdt vaak niet meer in dan het afgraven (volgens de nodige regels, inclusief AP04) en afvoeren van grond en het inrijden van schoon zand. Dit valt onder de BUS regelgeving en dan is ook automatisch BRL SIKB 7000 van kracht. Is dit nou wat de Wbb ook bedoelt met saneren?

Onder de meldingsplicht van artikel 28 Wbb en art. 39b lid 3 Wbb voor BUS-saneringen vallen, naast saneringshandelingen ook handelingen in ernstig verontreinigde bodem ten gevolge waarvan de verontreiniging van de bodem wordt verminderd of verplaatst. Er is sprake van een geval van ernstige bodemverontreiniging als in de grond voor één of meer stoffen de interventiewaarde wordt overschreden in een bodemvolume van 25 m3 (of voor grondwater 100 m3). Let op: het is niet relevant hoeveel grond je gaat verplaatsen of verwijderen, maar hoe groot de omvang van de totale verontreiniging > interventiewaarde is!
Ook als met die handelingen in zo'n geval niet beoogd wordt om de grond te saneren (lees te verwijderen), maar slechts bijvoorbeeld tijdelijk grond wordt uitgeplaatst, is op die handelingen de saneringsregeling van toepassing. Zodra deze werkzaamheden dus plaatsvinden binnen zo'n geval van ernstige bodemverontreiniging, geldt de verplichting om voor die werkzaamheden een saneringsplan in te dienen of een BUS melding te doen. En daaraan gekoppeld is weer de verplichting dat de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd door voor de BRL SIKB 7000 erkende bedrijven.
Wel biedt de BRL SIKB 7000 de mogelijkheid tot uitbesteding. Zie hiervoor paragraaf 3.8 van de BRL SIKB 7000. Voor aanvullende vragen over interpretatie van de BRL kunt u terecht bij SIKB.

Bij saneringen is een BRL certificaat benodigd. De vraag rijst wanneer dit certificaat benodigd is, om te voorkómen dat ten onrechte een BRL certificaat wordt verlangd. Ik ben daarom opzoek naar een tekst waarin staat wanneer een BRL van toepassing is.
Het bevoegde gezag bepaalt op basis van de Wbb / BUS per individueel geval of er sprake is van een sanering. Als sprake is van een sanering is ook het wettelijk kader van toepassing. Dat geldt dan zowel voor opdrachtgever (--> beschikking aanvragen of melding indienen) als voor intermediair (--> erkenningplichtig). BRL SIKB 7000 is op een bepaald werk van toepassing als het bevoegde gezag van mening is dat de Wbb / BUS van toepassing is. Hetzelfde geldt voor BRL SIKB 6000 voor de milieukundige begeleiding. In BRL SIKB 6000 is dit principe bij de reikwijdte ook duidelijk beschreven. Eenzelfde formulering is opgenomen in de BRL SIKB 7000. Voor de criteria voor het toepassen van Wbb / BUS is in de HUM Wbb (blz. 22 e.v.) een schema met toelichtende tekst opgenomen.

Moet het aanbrengen van een isolatielaag (leeflaag of verharding) als saneringsmaatregel ook worden uitgevoerd door een voor BRL SIKB 7000 erkend bodemintermediair?
Alle werkzaamheden die zijn beschreven in het saneringsplan of de BUS-melding vallen onder het toepassingsgebied van BRL SIKB 7000 en onderliggende protocollen en dus onder de erkenningsverplichting. De activiteiten die voorafgaand aan of na afloop van de uitvoering van een (water)bodemsanering plaatsvinden (bijvoorbeeld sloop van een gebouw, kappen van bomen, herbeplanting e.d.) vallen buiten de werkingssfeer van deze BRL. De werkingssfeer van de BRL beperkt zich tot die activiteiten die een relatie hebben met de milieuhygiënische aspecten van de uitvoering van de (water)bodemsanering. Dit betekent dat ook aanvullen van de ontgravingsput met schoon zand of aanbrengen van een leeflaag met grond of een niet-vormgegeven bouwstof moet worden uitgevoerd door een voor BRL SIKB 7000 erkend bedrijf. In principe valt het aanbrengen van een verhardingslaag (als isolatielaag binnen een saneringsplan of BUS-melding) ook onder het toepassingsgebied van de BRL. Deze werkzaamheden zijn echter dermate afwijkend van het reguliere (water)bodemsaneringsproces en soms dermate specialistisch dat een erkenningsverplichting hiervoor niet altijd mogelijk en wenselijk is. In overleg tussen het Ministerie van VROM (nu I&W), Bodem+ en SIKB is daarom besloten dat aanbrengen van isolerende voorziening met vormgegeven bouwstoffen of objecten (bijvoorbeeld klinkers, asfalt, beton, bouw van een object e.d.) niet door een voor BRL SIKB 7000 erkend bodemintermediair plaats hoeft te vinden.

Mag een aannemer met een certificaat voor BRL SIKB 7000 ook onder dit certificaat asbest in grond verwijderen en asbesthoudendplaatmateriaal dat op de grond ligt verwijderen tijdens de bodemsanering?

Ja, een aannemer mag onder dit certificaat asbest in grond verwijderen. Het moet dan wel gaan om een geval van ernstige bodemverontreiniging (zie beschrijving toepassingsgebied van de BRL in de BRL zelf) met asbest (concentratie > 100 mg/kg d.s.). Voor concentraties < 100 mg/kg d.s. is de verplichting voor het hebben van een certificaat er niet, tenzij het om andere redenen al valt onder het toepassingsgebied van BRL SIKB 7000. Plaatmateriaal mag verwijderd worden zonder dat de aannemer hiervoor een certificaat heeft. Wel is het aan te bevelen dat de aannemer een intern (calamiteiten) protocol heeft waarin staat hoe hij met bijvoorbeeld asbest omgaat wanneer hij het tegenkomt (o.a. ook riolering). Alle andere activiteiten voor het verwijderen van asbest vallen onder het Verwijderingsbesluit.

Moet BRL SIKB 7000 niet aangepast worden om ook kleine volumes als volwaardige projecten te beschouwen? Een melding is dan niet nodig (maar alle Arbomaatregelen conform CROW 132 moeten wel genomen worden).
Nee, aanpassing van BRL SIKB 7000 is op deze gronden niet nodig. De certificatieschema's onder BRL SIKB 6000 (milieukundige begeleiding en evaluatie van bodemsanering) en BRL SIKB 7000 (Uitvoering van bodemsanering) beogen onder meer de communicatie tussen opdrachtgever, opdrachtnemers (aannemer en milieukundig begeleider) en het bevoegde gezag voor bodemtaken te borgen. Andere onderwerpen, zoals Arbo- en veiligheidsmaatregelen, zijn in dit kader niet aan de orde. Als er geen rol is weggelegd voor het bevoegde gezag bodem (geen beschikking, niet verplicht te melden enzovoort) is het ook niet zinvol het toepassingsgebied van BRL SIKB 7000 uit te breiden.

Waarom is de DLP-er niet opgenomen in de BRL SIKB 7000? 

De DLP-er is een functie vanuit de regelgeving rond arbeidsomstandigheden (Arbobesluit en uitgewerkt in de CROW 132). Arbo-omstandigheden zijn geen onderdeel van de BRL SIKB 7000 (het zou immers een dubbeling van arbo-eisen betekenen). De DLP-er is derhalve niet opgenomen in de BRL SIKB 7000.

Uiteraard kan een persoon de functie van DLP-er wel combineren met een functie uit de BRL SIKB 7000. In dat geval moet de persoon aan de eisen van beide functies voldoen. De BRL SIKB 7000-audit ziet dan alleen toe op de BRL SIKB 7000-functie.

De protocollen 6003 en 7003 stellen dat bij een “droge waterbodem” gewerkt moet worden conform de protocollen 6001 en 7001. Wat wordt verstaan onder een “droge waterbodem'?

In de protocollen is geen nadere definitie van of toelichting op een “droge waterbodem” opgenomen. In de waterbeheerderspraktijk wordt dit meestal zo geïnterpreteerd dat het gaat om waterbodems die van zichzelf voor het grootste deel van het jaar droog staan (bijvoorbeeld bepaalde uiterwaarden) of verland zijn. Voor waterbodems die bewust droog worden gelegd voor uitvoering van een baggerwerk ligt het anders. Als de waterbeheerder de rol van bevoegd gezag heeft, zijn de protocollen 7003 en 6003 van toepassing, als de landbodembeheerder de rol van bevoegd gezag heeft, zijn de protocollen 7001 en 6001 van toepassing.
Hoe moet worden gewerkt is dus niet altijd op basis van alleen de situatie in het veld vast te stellen: daarom altijd navraag doen bij land- en waterbodembeheerders. Als de sanering plaatsvindt NA afdammen, dempen en leegpompen dan lijkt het logisch om de locatie te beschouwen als landbodem, dus saneren volgens protocol 7001 en milieukundige begeleiding volgens protocol 6001. Maar ook dan hangt het uiteindelijk af van de situatie ter plaatse (zie voor voorbeelden bijlage 5 in de HUM Bbk) en van de afgesproken bevoegdheidsverdeling. Paragraaf 9.3 van de HUM Bbk stelt hierover: “bij slootdempingen en opvullingen van oppervlaktewater is de waterkwaliteitsbeheerder het bevoegde gezag. Op het moment dat een watergang definitief haar functie heeft verloren en niet langer valt aan te merken als een oppervlaktewater, gaan de bevoegdheden van rechtswege over naar de gemeente. Deze overdracht vindt in de praktijk vaak plaats na het afdammen en het baggeren, maar soms na het afvullen tot op maaiveldniveau. Vaak zijn tussen gemeenten en waterschappen afspraken gemaakt over de vraag wie als bevoegd gezag optreedt.


Erkenning en functiescheiding

Moeten transporteurs/vervoerders van (verontreinigde) grond ook zijn gecertificeerd en erkend?

Het antwoord op deze vraag kunt u lezen op de website van Bodem+[|http://www.senternovem.nl/Bodemplus/bodembeheer/kwalibo/faq_kwalibo.aspx]

Moeten de milieukundige begeleiding en de uitvoering van een bodemsanering altijd worden uitgevoerd door voor BRL SIKB 6000 (milieukundige begeleiding van bodemsanering) en BRL SIKB 7000 (uitvoering van bodemsanering) erkende bodemintermediairs?

Het antwoord op deze vraag kunt u lezen op de website van Bodem+[|http://www.senternovem.nl/Bodemplus/bodembeheer/kwalibo/faq_kwalibo.aspx]

Kunnen aannemer en milieukundig begeleider van een bodemsanering afkomstig zijn van dezelfde organisatie (dus geen functiescheiding)?

Het antwoord op deze vraag kunt u lezen op de website van Bodem+[|http://www.rwsleefomgeving.nl/onderwerpen/bodem-ondergrond/bbk/vragen/kwalibo/faq/aannemer/]

Uitbesteden en inhuren

Mag de uitvoering van een bodemsanering worden uitbesteed?
Ja, maar de uitbestedende organisatie moet erop letten dat daarbij aan de daarvoor geldende eisen wordt voldaan. Paragraaf 3.8 van BRL SIKB 7000, “Uitvoering van (water)bodemsanering”, beschrijft twee situaties waarin uitbesteding van werkzaamheden plaatsvindt:

  1. De aannemer moet sluitende procedures hebben om de kwaliteit van de werkzaamheden die de onderaannemer uitvoert, te borgen. De kwaliteitsverantwoordelijke van de aannemer is in dit geval aanwezig bij alle werkzaamheden die door de onderaannemer worden uitgevoerd die kritisch zijn voor de bodemsanering. Het betreffende werk wordt dan onder verantwoordelijkheid en certificaat van de aannemer uitgevoerd.
  2. De aannemer besteedt de werkzaamheden volledig uit aan de onderaannemer. In dit geval moet de onderaannemer zelf zijn gecertificeerd en erkend voor de betreffende werkzaamheden. De kwaliteitsverantwoordelijke van de onderaannemer is bij alle kritische momenten aanwezig.

Ik werk met een niet voor BRL SIKB 7000 gecertificeerde (hoofd)aannemer. Nu bljikt dat er een klein stukje gesaneerd moet worden (BUS). Mag deze (hoofd)aannemer een wel voor BRL SIKB 7000 gecertificeerde (onder)aannemer opdracht geven om voor hem, en indirect voor mij dus, deze saneringswerkzaamheden uit te voeren?

Ja, dat mag. Uitgangspunt is dat de uitvoering van saneringswerkzaamheden moet plaatsvinden door een voor bodemsanering erkende aannemer. Op deze manier is dat geborgd.

Mag een gecertificeerde aannemer (Y) medewerkers van een niet-gecertificeerde aannemer (X) inhuren voor de uitvoering van saneringswerkzaamheden?

Waar het om gaat is de vraag wie de werkzaamheden uitvoert: diegene moet voor die werkzaamheden erkend zijn. In dit geval is dat een gecertificeerde aannemer (Y). Dat hij vervolgens weer personeel inhuurt van X is toegestaan. De uitbestedende aannemer Y moet er wel op letten dat daarbij aan de eisen uit paragraaf 3.8 in BRL SIKB 7000, “Uitvoering van (water)bodemsanering”, wordt voldaan. Dat betekent in deze casus dat aannemer Y sluitende procedures moet hebben om de kwaliteit van de werkzaamheden die de onderaannemer X uitvoert, te borgen. De kwaliteitsverantwoordelijke van aannemer Y is in dit geval aanwezig bij alle werkzaamheden die door aannemer X worden uitgevoerd (voor zover die kritisch zijn voor de bodemsanering). Het werk wordt onder verantwoordelijkheid en onder het certificaat van aannemer Y uitgevoerd.


Uitvoeren bodemsaneringen

Bij een controle op de uitvoering van een bodemsanering van sterk verontreinigde grond tref ik als toezichthouder bevoegde gezag op het werk geen kwaliteitsverantwoordelijke medewerker van de aannemer aan. Is hier sprake van een overtreding en hoe treed ik op?

De kwaliteitsverantwoordelijke hoeft niet per definitie altijd aanwezig te zijn op het werk: BRL SIKB 7000 eist wel dat de kwaliteitsverantwoordelijke aanwezig is bij de uitvoering van kritische werkzaamheden. Bij bepaalde vormen van saneren zal dat dan wel (vrijwel) doorlopend zijn. Welke werkzaamheden kritisch zijn is in de BRL omschreven en tevens gekoppeld aan BRL SIKB 6000. Door de koppeling van de complete certificatieschema's aan het Besluit bodemkwaliteit en de verbodsbepaling van art. 18 Bbk ('Het is verboden een werkzaamheid uit te voeren in strijd met de daarvoor geldende normdocumenten') mag de daartoe bevoegde toezichthouder ook op de naleving van dit voorschrift in de BRL toezien. Dat is niet de gemeentelijk toezichthouder, maar de inspectie ILT.
Om bestuurlijke handhaving mogelijk te maken van partijen die buiten de reikwijdte van het lokale bevoegde gezag vallen, kan een overtreding doorgegeven worden via een bodemsignaal aan de ILT (zie website ILT) . Daarnaast kan strafrechtelijke handhaving worden geïnitieerd door het (laten) opmaken van een proces verbaal. Ook particulieren en bedrijven kunnen mogelijke overtredingen melden op de website Bodemsignaal.

De certificatie-instelling is degene die hier in de eerste plaats op toeziet. Naast de melding aan bodemsignaal kunt u zich ook wenden tot de certificaathouder (de uitvoerder), de certificatie-instelling (indien bekend), de Raad voor Accreditatie en SIKB. Voor meer informatie zie de pagina 'Klachten en Bodemsignaal (toezichtloket)' op de website van SIKB.

Op welk moment en bij welke activiteiten moet de kwaliteitsverantwoordelijke voor een sanering onder BRL SIKB 7000, protocol 7001, op het werk aanwezig zijn?

Tijdens het uitvoeren van kritische werkzaamheden moet altijd een kwaliteitsverantwoordelijke aanwezig zijn. De omschrijving van wat deze kritische werkzaamheden zijn is opgenomen in BRL SIKB 7000 en ook in BRL SIKB 6000 voor de milieukundig begeleider. Het heel gedetailleerd uitwerken van wat kritische werkzaamheden zijn blijkt onwenselijke bijeffecten te hebben, omdat er nu eenmaal heel veel verschillende situaties mogelijk zijn, zodat de omschrijving niet zeer gedetailleerd is. 

Is graven in een asbestverontreiniging een kritische werkzaamheid?

Graven in asbestverontreiniging wordt als kritisch beschouwd, wat betekent dat de kwaliteitsverantwoordelijke fysiek aanwezig moet zijn bij het graafwerk. Dit betekent ook dat, in een situatie waarbij vijf saneringsteams op enkele kilometers van elkaar aan het werk zijn, vijf kwaliteitsverantwoordelijke personen beschikbaar moeten zijn.

Moet de aannemer, naast het nagaan of de BUS melding aanwezig is, deze ook inhoudelijk controleren op correctheid en volledigheid?

De aannemer is niet verplicht de inhoud van een BUS-melding te controleren. Wel zal hij moeten weten wat vermeld staat in de BUS-melding, omdat de BUS-melding een van de documenten is waarop de uitvoering en werkwijze is gebaseerd. De verantwoordelijkheid voor de inhoud en volledigheid van de melding ligt bij de indiener en bij het bevoegde gezag. Echter, voordat de aannemer mag starten met het werk moet er een beschikking op het saneringsplan zijn of, bij een BUS melding en indien zich bepaalde omstandigheden voordoen (zie voor een opsomming art. 7 lid 1 BUS), moeten tenminste 5 werkdagen zijn verstreken sinds de melding door het bevoegde gezag is ontvangen. Tevens moeten de werkzaamheden zijn gestart vóórdat er 12 maanden zijn verstreken nadat het bevoegde gezag de melding heeft ontvangen. Het bevoegde gezag is niet verplicht te reageren op een BUS-melding, maar doet dat soms wel. Van belang is na te gaan of het bevoegde gezag wel gereageerd heeft en of deze reactie mogelijk tot aanpassing van de werkwijze leidt.