Graven versus sleufloze technieken
In Nederland wordt in toenemende mate gebruik gemaakt van sleufloze boortechnieken voor de aanleg van kabels en leidingen in de ondergrond.
Voordelen
Sleufloze technieken hebben grote voordelen ten opzichte van de traditionele aanleg van kabels en leidingen in gegraven sleuven:
- (door)kruisen van niet-onderbreekbare infrastructuur, zoals waterwegen, dijklichamen, andere leidingen en spoor, is bij goede uitvoering van sleufloze technieken mogelijk zonder dat schade aan de aanwezig infrastructuur optreedt;
- voorkomen van hinder: stagnatie van weg- en spoorverkeer bij aanleg van kabels en leidingen wordt voorkomen door gebruik van sleufloze technieken;
- de kans op verspreiding van en blootstelling aan (diffuse) verontreinigingen is beperkt, doordat het grondverzet zeer beperkt is;
- men kan arbo-vriendelijker werken, door inzet van meer machines en minder arbeid.
Risico's in voorbereiding en uitvoering
Het gebruik van sleufloze technieken voor de aanleg van kabels en leidingen is echter nog geen gemeengoed, en het is in de praktijk nog steeds risicovol. Hiervoor zijn verschillende redenen:
- De sleufloze technieken die momenteel worden toegepast betreffen veelal horizontaal gestuurde boringen. Omdat deze techniek vooral ondergronds wordt uitgevoerd, zijn de fysieke omstandigheden niet altijd duidelijk waarneembaar (je kan niet 'in de bodem kijken'). Boringen kunnen daarom in de bodem blijven steken of juist te snel opdrijven. Keien en grind beschadigen coatings en zoet/zoutwaterovergangen maken dat boorspoelingen te fluïde of juist het tegengestelde worden.
- Horizontaal gestuurde boringen worden vooral bij kleinere projecten vaak als seriematig en weinig risicovol beschouwd. Ten onrechte, want juist bij kleine boringen ontstaat vaak schade. Naast de schade aan de boring zelf (zie punt 1), kan ook schade ontstaan aan omliggende infrastructuur en de functionaliteit daarvan (bijvoorbeeld waterkerend vermogen van polderwaterkeringen, gasdoorvoer bij gasleidingen).
- Boogboringen is een innovatieve sleufloze techniek die zeer goed toepasbaar is als het gaat om het kruisen van (kleinere) polderwaterkeringen met kabels en leidingen in een beperkte ruimte. Er is echter nog weinig ervaring met deze techniek, die – in tegenstelling tot regulier gestuurde boringen – nauwelijks meer corrigeerbaar is wanneer eenmaal met de boring gestart is.
- Daarmee samenhangend: de kennis over deze innovatieve sleufloze technieken, en de benodigde borging van eventuele risico’s, is beperkt aanwezig bij bevoegd gezag en bij opdrachtgevers. De bodem in het dichtbevolkte westelijk deel van Nederland is complex van opbouw en kwelgevoelig. Toepassing van sleufloze technieken in deze bodem vraagt om specifieke kennis op het gebied van vergunningverlening en toezicht. Gebleken is dat deze kennis nogal eens ontbreekt met als gevolg dat vergunningverleners en handhavers niet adequaat kunnen acteren in het proces van vooroverleg, vergunningverlening en toezicht.
Verbetering voortraject en realisatie gewenst
Sleufloze technieken zijn nog relatief jong en ontwikkelen zich daardoor snel. In een kritisch rapport in 1999 stelde de branchevereniging NSTT (Nederlandse vereniging voor Sleufloze Technieken en Toepassingen) dat het bij het toepassen van sleufloze technieken vaak misgaat in het voortraject, vooral bij ontwerp en opstellen bestek. Voor het borgen van de kwaliteit van het werk bestaat weliswaar een aantal kwaliteitsdocumenten, maar die staan los van elkaar. Een voorbeeld is de NEN 3650, die zicht richt op heel grote leidingen. De bestaande regelingen zijn, en dat is niet veranderd in de afgelopen twintigtal jaren, heel algemeen en op systeemniveau.
Kenmerkend voor sleufloze technieken is dat elk werk bestaat uit meerdere activiteiten van verschillende aard. Elke toepassing vraagt eerst een ontwerp, meestal uitgevoerd door een ingenieursbureau of, bij een kleinere boring, door een ontwerper van het aannemingsbedrijf. Dan volgt overdracht van de informatie uit het ontwerp, zowel aan het bevoegde gezag als aan het uitvoeringsteam van de aannemer. Het bevoegde gezag verstrekt een vergunning, die vervolgens de basis vormt voor de uitvoering door de aannemer. Tijdens en na de uitvoering houdt de aannemer het met toezicht belaste bevoegde gezag op de hoogte.
Knelpunten
Samengevat zijn dit de meest voorkomende knelpunten:
- Kennislacunes, vooral bij de overheid: er zijn veel mensen die professioneel in aanraking komen met sleufloze technieken, terwijl er weinig literatuur en praktische kennis beschikbaar is om de kwaliteit en resultaten van het werk te beoordelen
- Fouten in vooronderzoek werken het langst door: om een sleufloze techniek goed te kunnen uitvoeren, met een bruikbaar resultaat, is een gedegen geotechnisch vooronderzoek nodig.
- Paradox rond zekerheden: door onduidelijke afspraken en kennislacunes worden teveel zekerheden geëist, met als gevolg dat er soms sprake is van onuitvoerbaar werk, een overgedimensioneerd ontwerp of onverzekerd project.
Hoe verder...
Voor het borgen van een goede kwaliteit van sleufloze technieken, ook in de verdere toekomst, zijn meer gedetailleerde en beter met elkaar samenhangende richtlijnen nodig. Die samenhang moet over de gehele keten worden geborgd. Bijzondere aandacht moet hierbij uitgaan naar een effectieve taakinvulling door de bij sleufloze technieken betrokken overheden, de verbinding tussen de voorbereiding en de uitvoering en de uitvoering zelf.