Bodemenergie
Sinds 1 juli 2013 is nieuwe regelgeving voor bodemenergiesystemen van kracht. De doelstellingen van de regelgeving vindt u hier.
De regelgeving voor gesloten bodemenergiesystemen is verschillend uitgewerkt voor gesloten en open bodemenergiesystemen.
Regelgeving gesloten bodemenergiesystemen
Sinds 1 juli 2013 zijn algemene regels voor gesloten bodemenergiesystemen vastgelegd in het Activiteitenbesluit milieubeheer (voor inrichtingen) en het Besluit lozen buiten inrichtingen (voor niet-inrichtingen). Het Besluit omgevingsrecht schrijft voor dat gesloten bodemenergiesystemen met een bodemzijdig vermogen vanaf 70 kW én gesloten systemen binnen interferentiegebieden een Omgevingsvergunning beperkte milieutoets (OBM) dienen te hebben. Voor alle andere gesloten systemen dient de aanleg te worden gemeld.
De vergunnings- en meldingsplicht en de algemene regels gelden niet voor gesloten bodemenergiesystemen die voor 1 juli 2013 zijn geplaatst.
Regelgeving open bodemenergiesystemen
De open bodemenergiesystemen worden gereguleerd op grond van de Waterwet. Voor de plaatsing van een open bodemenergiesysteem is een watervergunning nodig. Provincies kunnen vrijstelling geven van de vergunningplicht als het pompdebiet niet hoger is dan 10 m³/uur.
Sinds 1 juli 2013 zijn in het Waterbesluit instructievoorschriften voor bodemenergiesystemen opgenomen. De provincies nemen deze instructievoorschriften over in de watervergunningen. Het Waterbesluit geeft het bevoegd gezag op een aantal punten mogelijkheid om af te wijken van de instructievoorschriften.
Interferentiegebieden
Het Besluit omgevingsrecht biedt gemeenten de mogelijkheid om interferentiegebieden aan te wijzen. Provincies en gemeenten kunnen voor interferentiegebieden beleidsregels vaststellen die zij toepassen bij de vergunningverlening.
De regelgeving wijzigt niets aan de mogelijkheden voor provincies om in de Provinciale Milieu Verordening aanvullende eisen of beperkingen te stellen aan bodemenergiesystemen in milieubeschermingsgebieden.
Erkenningsregeling
Op grond van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit moeten bedrijven die werkzaamheden uitvoeren voor ontwerp, realisatie en beheer van bodemenergiesystemen over een erkenning beschikken op basis van BRL SIKB 11000 (ondergronds) en/of BRL SIKB 6000-21 (bovengronds). Voor meer informatie kunt u naar de pagina over de erkenningsregeling voor bodemenergiesystemen gaan.
Ook de uitvoering van mechanische boringen voor de plaatsing van bodemenergiesystemen valt onder de erkenningsregeling van het Besluit en de Regeling bodemkwaliteit (BRL SIKB 2100 Mechanisch boren). Meer informatie hierover vindt u op de pagina over de erkenningsregeling voor mechanisch boren.
Lozen van grondwater
Bij de aanleg van bodemenergiesystemen, en bij het onderhoud van de bronnen van open bodemenergiesystemen, komt grondwater vrij. Voor hiervan gelden regels. De regels, de procedure en het bevoegde gezag zijn afhankelijk van de lozingsroute (terugbrengen in de ondergrond, lozen op oppervlaktewater, lozen op riolering, lozen in of op de bodem).
Voor de procedures en de beleidsmatige voorkeursvolgorde voor lozen van grondwater bij de aanleg en het onderhoud van open bodemenergiesystemen, kunt u de Handreiking lozingen bij bodemenergie-installaties raadplegen.
Beoordelen van aanvragen en meldingen
De criteria en procedurele aspecten van het beoordelen van aanvragen en meldingen door het bevoegde gezag zijn uitgewerkt in de BUM Bodemenergie en de HUM Bodemenergie. De BUM en HUM Bodemenergie hebben tot doel de eenduidigheid en uniformiteit van beoordelen te bevorderen, door het aanreiken van voorschriften en werkwijze van de beoordeling.