Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

het publieke domein erkenning en publiek toezicht

Is certificering hetzelfde als erkenning?

Nee, certificering is wel een belangrijke voorwaarde om een erkenning in de zin van het Besluit bodemkwaliteit voor een bepaalde bodemwerkzaamheid, bijvoorbeeld de uitvoering van bodemsanering, te verkrijgen. Als een gecertificeerd bedrijf een erkenning in de zin van het Besluit bodemkwaliteit wil, moet het die via een vastgesteld formulier aanvragen bij de minister I&M via Rijkswaterstaat Dienst Leefomgeving. Als een certificatie-instelling een certificaat, of de Raad van Accreditatie een accreditatie, schorst of intrekt geeft men dit door aan Rijkswaterstaat Dienst Leefomgeving, waarna de erkenning wordt geschorst, respectievelijk ingetrokken. Het zijn wel aparte procedures: de certificeringsprocedure is privaatrechtelijk van aard, de erkenning verloopt via de procedureregels van de Algemene wet bestuursrecht. Meer informatie over erkenningen is te vinden op de website van IPLO.

Waar zijn de bedrijven die erkend zijn om bepaalde bodemwerkzaamheden uit te voeren?

Kijk op de SIKB website onder Certificeren en accrediteren

Is een toezichthouder/handhaver verplicht om te controleren op de naleving van de normdocumenten als de betreffende instanties daartoe gecertificeerd en erkend zijn?

Nee, in principe mag de toezichthouder op de erkenning vertrouwen. Certificatie-instellingen en de Raad voor Accreditatie (als het gaat om certificerende instellingen zelf) controleren of de gecertificeerde bedrijven en overheden werken conform de normdocumenten. De inspectie ILT controleert steeksproefsgewijs en kan handhavend optreden. Daarnaast hebben de decentrale overheden (provincies, gemeenten en waterschappen) rechtstreekse controlebevoegdheden op grond van (vergunningen en toestemmingen op basis van) de Omgevingswet en het Besluit activiteiten leefomgeving.

Hoe kan een publieke toezichthouder/handhaver controleren of een bodemwerkzaamheid wordt uitgevoerd volgens de normdocumenten?

Dat kan voor toezichthouders moeilijk te controleren zijn.
Ideaal zou zijn als het toezicht wordt uitgeoefend op de “kritische” momenten, maar die laten zich niet altijd van te voren plannen. Als op basis van bepaalde omstandigheden het vermoeden rijst dat niet gewerkt kan worden volgens de normdocumenten, bijvoorbeeld een te lage prijs of een te korte termijn voor de uitvoering, kan melding worden gedaan via het landelijk toezichtsloket (www.ilent.nl/contact/melden).
Specifiek voor decentraal bevoegd gezag bevat de HUM Bodembeheer handleidingen en werkinstructies ter ondersteuning van het dagelijkse werk van de toezichthouder bodem.
Van belang is ook om de verschillende verantwoordelijkheden tussen de certificatie-instelling enerzijds, en de toezichthouder anderzijds, in de gaten te houden. In de regel is het aan de certificatie-instelling om de certificaathouder te wijzen op diens verantwoordelijkheid om te werken volgens de eisen uit BRL en protocol(len), met als doel de kwaliteit van het werk doorlopend te verbeteren. De ILT (Inspectie Leefomgeving en Transport) onderzoekt de naleving van de regelgeving.

Mag een toezichthouder van het bevoegde gezag vragen om het monsternameformulier indien het veldwerk is uitgevoerd volgens BRL SIKB 2000 of BRL SIKB 6000?

Ja, een toezichthouder mag op grond van haar bevoegdheden in de Algemene wet bestuursrecht inhoudelijk beoordelen en dus om dit formulier vragen. Maar omdat dit feitelijk het werkterrein is van de certificatie-instellingen, wordt hiermee wel ‘dubbel werk’ gedaan met zowel voor het bevoegd gezag als voor certificaathouders extra (administratieve) lasten.

Mag een toezichthouder van het bevoegde gezag vragen om de onderliggende informatie bij een partijkeuring (BRL SIKB 1000) of bij een Erkende kwaliteitsverklaring (BRL 9335)?

Ja, een toezichthouder mag op grond van haar bevoegdheden in de Algemene wet bestuursrecht inhoudelijk beoordelen en dus om deze informatie vragen. Maar omdat dit feitelijk het werkterrein is van de certificatie-instellingen en ook de ILenT toezicht en handhaving uitvoert, wordt hiermee wel ‘dubbel werk’ gedaan met zowel voor het bevoegd gezag als voor certificaathouders extra (administratieve) lasten.