Minister van IenW (Noordzee)
Noordzee / territoriale zee
De Nederlandse wet- en regelgeving is van toepassing op dat deel van de Noordzee dat wordt aangeduid als territoriale zee. Dat is het deel tussen de kustlijn en 12 mijl uit de kust. Buiten de territoriale zee geldt alleen de wet- en regelgeving die daarvoor van kracht is verklaard (zie noot).
Noordzee / aansluitende zone
Op grond van artikel 1.2 Erfgoedwet gelden de bepalingen van hoofdstuk 5 van de Erfgoedwet ook voor het deel van de Noordzee dat wordt aangeduid als de aansluitende zone. Dat is de zone die aansluit op de territoriale zee en zich uitstrekt tot maximaal 24 zeemijl uit de kust. Voor het doen van opgravingen in deze zone is een certificaat verplicht en de bepalingen ten aanzien van het melden van de opgraving en het tijdelijk conserveren van vondstmateriaal zijn van toepassing.
Continentaal plat
De Ontgrondingenwet is ook van toepassing op het continentaal plat. Rijkswaterstaat verleent de vergunningen voor ontgrondingen op het continentaal plat en zal aan die vergunningen voorschriften kunnen verbinden ter bescherming van de archeologie.
Tevens wordt archeologie meegenomen in MER-plichtige activiteiten op het Nederlandse Continentaal plat. Naast het bovenstaande zijn ook de Waterwet, de Ontgrondingenwet en de Wet Windenergie op Zee hier van toepassing en bieden de mogelijkheid om aan de vergunningen voorschriften te verbinden ter bescherming van de archeologie.
Noten:
1. De gemeentegrens kan variëren in breedte tussen 700 meter en 6 kilometer gemeten vanaf het strand. Gemeentegrenzen zijn vastgesteld in de Staatscourant en worden gepubliceerd via het Kadaster. Dit gebied moet de gemeente ook meenemen in de bestemmingsplannen. Voor de Waddenzee hebben 13 gemeenten een gezamenlijke beheersverordening vastgesteld waarmee archeologie wordt beschermd. Zo zijn er meer gemeenten die een samenwerkingsverband hebben voor het gebied buiten de kust.
2. Als de gemeente geen beleid heeft voor archeologie in deze gebieden, dan wordt deze taak uitgevoerd door de provincie of de RCE. Vanwege de bijzondere aard neemt de RCE op verzoek van betrokken overheden vaak de verantwoordelijkheid voor 'maritieme' vondsten.
3. Buiten het gemeentelijk ingedeeld gebied is RWS bevoegd gezag. De RCE is adviseur voor RWS inzake de archeologie.
4. De Minister van IenW is ook bevoegd gezag voor ontgrondingen in andere Rijkswateren dan de Noordzee.