Depothouder
Eigenaar vondstmateriaal / depothouder
De eigenaar van het vondstmateriaal is doorgaans de depothouder.
- Landbodems: Gedeputeerde Staten hebben de plicht om een depot in stand te houden. Als door Gedeputeerde Staten een depot in een gemeente is aangewezen, dan wordt de gemeente eigenaar (als de vondst binnen die gemeente is opgegraven).
- Waterbodems: Als een vondst wordt gedaan buiten het grondgebied van enige gemeente dan wordt de Staat eigenaar. In dat geval valt de vondst namelijk ook niet onder de verantwoordelijkheid van een provincie. Het gaat dan om vondsten die gedaan worden in de territoriale zee.
De depothouder (provincie, gemeente of Staat) wordt eigenaar vanaf het moment dat de archeologische vondsten en monsters zijn opgegraven. Tot het moment dat de archeologische vondsten en monsters zijn opgegraven, heeft de provincie, gemeente of Staat geen zeggenschap, omdat de eigendom nog niet is verkregen. In de fase dat er alleen nog maar verwachtingen zijn omtrent de aanwezige archeologische waarden kan de depothouder dan ook geen eisen stellen met betrekking tot de selectie. In die fase is alleen het bevoegd gezag Wabo daartoe bevoegd.
Geen invloed op opgraving
Het feit dat de eigenaar depothouder wordt, betekent niet dat de depothouder als (toekomstige) eigenaar kan bepalen hoe een opgraving plaats vindt. Vanaf het moment dat de vondsten en monsters zijn opgegraven, kan de depothouder/eigenaar wel aangeven of hij afstand wil doen van vondsten en monsters, omdat deze niet bewaard hoeven te blijven. Hiervoor zijn de Richtlijnen voor (de)selectie vondsten en monsters opgesteld (zie protocol 4001 PvE, specificatie PS06). De (gecertificeerde) opgravende organisatie past deze Richtlijnen toe bij de selectie in het veld en het opstellen van het selectierapport (zie noot).
Eisen aan conservering en aanleveren vondstmateriaal
Voor behoudenswaardige vondsten en monsters kan de depothouder eisen stellen met betrekking tot conservering van de vondsten en monsters en aanlevering bij het depot.
De depothouder is verplicht archeologische vondsten en monsters zodanig op te slaan dat voldaan wordt aan de uitgangspunten van behoud en toegankelijkheid.
Noot:
De Erfgoedwet bepaalt dat alle vondsten en monsters aan de depothouder worden geleverd. De Richtlijnen voor (de)selectie vondsten en monsters voorzien erin dat niet alles wat wordt gevonden, bewaard zal worden. De eigenaar (meestal de depothouder) kan bepalen dat materiaal niet overgedragen hoeft te worden, maar dat de opgraver in het veld (fase 1) of bij uitwerking (fase 2) mag deselecteren.