Juridische aspecten
Ruimte, bouwen en archeologie
Wat zijn de juridische aspecten van de archeologie? Hoe houd ik rekening met archeologie in het ruimtelijk spoor en in het bouwspoor?
Archeologiebeleid zal meer en meer gestalte krijgen via het ruimtelijk spoor. Dit geldt ook voor het stellen van eisen aan de inhoud en kwaliteit van het archeologisch onderzoek.
Voor diverse niet-archeologische betrokkenen in het ruimtelijk spoor en het bouwspoor is een syllabus bouwen, ruimte en archeologie: een uitleg over het juridisch kader van de archeologie opgesteld. De syllabus bevat een uitleg over het juridisch kader van de archeologie. Dit is inclusief modellen voor bestemmingsplanvoorschriften, sloopvoorschriften en bouwvoorschriften.
De syllabus beoogt betrokkenen van gemeenten, zoals medewerkers ruimtelijke ordening en bouw- en woningtoezicht, en andere organisaties te informeren over de juridische aspecten van archeologie.
Deponeren van archeologisch vondstmateriaal
In de Handreiking Juridische aspecten van Deponeren worden de juridische aspecten van het deponeren van vondstmateriaal bij het uitvoeren van archeologische opgravingen beschreven.
De Handreiking richt zich op:
- de eigendom van vondsten en de zeggenschap van depothouders over archeologische zaken die zich vermoedelijk in de bodem bevinden en nog niet zijn opgegraven;
- het auteursrecht op de onderzoeksdocumentatie;
- het conserveren en tijdelijk opslaan van archeologische vondsten. Daarbij blijken er onduidelijkheden te bestaan over de juridische verplichtingen die gelden voor vergunninghouders (opgravers).
De Handreiking beoogt geen beleid te formuleren, maar uitsluitend de inhoud van de huidige regelgeving weer te geven. Doel is het bieden van overzicht aan de betrokkenen bij het deponeringsproces, zoals initiatiefnemers, opdrachtgevers, vergunninghouders/ opgravingsbedrijven, bevoegd gezag en depothouders en depotbeheerders.