Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Gemeente als opdrachtgever

Archeologisch onderzoek

Een gemeente, die opdracht geeft tot het uitvoeren van archeologisch onderzoek of archeologische opgravingen, loopt tegen de volgende vragen aan:

  • Welk bureau kan ik inschakelen voor onderzoek en/of opgravingen?
  • Welke eisen kan ik stellen?
  • Hoe vraag en beoordeel ik offertes?
  • Hoe draag ik zorg voor het bewaken van de kosten?
  • Op welke wijze controleer ik de uitvoering en toets ik de eindrapportage?
  • Wat is mijn verantwoordelijkheid bij conservering van archeologische vondsten en opslag in depots?

De antwoorden op deze vragen zijn te vinden onder archeologisch onderzoek.

Keuze opdrachtnemer - Certificering (vanaf 1 juli 2016)

Voor de opdrachtgever is het van belang om te weten dat een aantal uitvoerders een certificaat heeft op basis van de BRL SIKB 4000. Het betreft een procescertificaat dat aangeeft op welke wijze de preventie van fouten bij de uitvoering van werkzaamheden is georganiseerd. 

Het overzicht van gecertificeerde archeologische uitvoerders vindt u hier

Opgravingsvergunning (overgangsregiem)

Voor bepaalde activiteiten is tot uiterlijk 1 juli 2017 een opgravingsvergunning verplicht. Voor vergunningplichtige activiteiten kan de gemeente dus alleen opdracht verlenen aan een vergunninghouder.

Vergunninghouders moeten zich houden aan de normen die in de archeologische beroepsgroep gelden voor het doen van opgravingen. Wanneer de vergunninghouder voldoet aan de KNA, is het aannemelijk dat hij aan deze normen voldoet. De KNA bevat onder andere verplichtingen met betrekking tot melden van opgravingen (informatie komt in ARCHIS), het conserveren van de vondsten en het overdragen aan de eigenaar (de depothouder) en het overleggen van een rapport waarin de resultaten van de opgraving zijn beschreven (archeologische basisrapportage).

Het overzicht van vergunninghouders vindt u hier.

Archeologische vondsten

Vondsten gedaan tijdens archeologisch onderzoek  moeten worden opgeslagen in een depot. Dit depot kan in beheer zijn bij de provincie of bij de gemeente (daartoe aangewezen door de provincie). Voor de beheerder geldt de verplichting om de vondsten zodanig op te slaan dat dit uit oogpunt van behoud en toegankelijkheid verantwoord is (artikel 51 Monumentenwet 1988).

ARCHIS

Bepaalde gegevens moeten worden opgeslagen in het Centraal archeologisch informatiesysteem (ARCHIS) dat de Minister van OCW in stand houdt. In ARCHIS moet onder andere de volgende informatie worden opgenomen en openbaar gemaakt:

  • de rijksbeschermde archeologische monumenten die zijn opgenomen in de monumentenregisters;
  • de gebieden die zijn aangewezen als attentiegebied;
  • de meldingen van voorgenomen opgravingen;
  • de meldingen van toevalsvondsten;
  • de rapporten waarin de resultaten van uitgevoerde opgravingen zijn beschreven.