Informatie voor ondernemers
Verplichtingen voor ondernemers
Uit uw omgevingsvergunning en/of het Activiteitenbesluit en de Activiteitenregeling vloeien diverse verplichtingen voort op het gebied van bodembescherming.
- Het is voor een bedrijf soms verplicht om bodemonderzoek uit te laten voeren. Namelijk wanneer binnen de inrichting activiteiten worden uitgevoerd die (potentieel) bodembedreigend zijn, zoals het verrichten van handelingen met schadelijke stoffen, het tanken van motorvoertuigen of het opslaan van vloeibare brandstof of afgewerkte olie in de ondergrondse tanks.
- Het is voor een bedrijf soms verplicht om bodembeschermende voorzieningen en maatregelen toe te passen.
- Een als bodembeschermende voorzieningen toegepaste vloeistofdichte vloer of verharding moet periodiek worden gekeurd (geïnspecteerd).
- Een ondergrondse opslagtank moet worden geïnstalleerd en verwijderd door een erkend bedrijf en periodiek gekeurd door een erkende inspectie-instelling.
Wanneer bodemonderzoek
Bodemonderzoek kan in diverse situaties verplicht zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen nulsituatie-, eindsituatie- en tussentijdsbodemonderzoek. Wanneer bij eindsituatie- of tussentijdsbodemonderzoek bodemverontreiniging wordt aangetroffen waarvoor de drijver van de inrichting verantwoordelijk is, moet dit hersteld worden.
Wanneer bodembeschermende voorzieningen en maatregelen
Bedrijven gebruiken veel verschillende stoffen. Veruit de meeste van deze stoffen horen niet in de bodem thuis. Een bedrijf moet bij bedrijfsmatige activiteiten waarbij het risico bestaat dat die stoffen in de bodem komen, de bodem beschermen. Als uitgangspunt geldt dat er sprake moet zijn van een verwaarloosbaar bodemrisico als bedoeld in de NRB. Deze doelstelling staat verwoord in hoofdstuk 2 van het Activiteitenbesluit. In de Activiteitenregeling is een nadere invulling gegeven aan dit uitgangspunt. Per activiteit geeft deze regeling aan welke voorzieningen en maatregelen inrichtingen moeten treffen om de risico”s op bodembelasting verwaarloosbaar te maken. In bepaalde specifieke gevallen hoeft geen verwaarloosbaar bodemrisico bereikt te worden maar volstaat een aanvaardbaar bodemrisico. Voor die situaties gelden afwijkende eisen. Voor bepaalde bodembedreigende activiteiten binnen inrichtingen is in de Activiteitenregeling bepaald dat die activiteiten moeten plaatsvinden boven een vloeistofdichte vloer of verharding. Voor andere activiteiten geldt dat het bedrijf mag kiezen welke bodembeschermende voorzieningen en maatregelen het treft.
Wanneer periodieke keuring (inspectie) van voorzieningen
Keuring (inspectie) van uw vloeistofdichte vloer of verharding dient iedere 6 jaar plaats te vinden, tenzij bij de inspectie of in uw omgevingsvergunning een eerdere datum is aangegeven. Sinds het vervallen van de (separate) PBV-Verklaring vloeistofdichte voorziening in 2008, wordt na een inspectie een inspectierapport afgegeven waarin een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening (VVV) is opgenomen. Hiermee kan worden aangetoond dat de vloer op het moment van het opstellen van het rapport vloeistofdicht is.
Wanneer keuring ondergrondse tanks en kathodische bescherming
Ondergrondse opslagtanks met de daarbij behorende leidingen en appendages waarin vloeibare brandstof of afgewerkte olie wordt opgeslagen, moeten periodiek worden gekeurd door een erkende inspectie-instelling . Stalen tanks moeten bovendien worden gecontroleerd op de aanwezigheid van water en bezinksel en in sommige gevallen moet een inwendige beoordeling van de tank plaatsvinden of een controle op dichtheid.
In een aantal gevallen is een kathodische bescherming verplicht. Een kathodische bescherming moet ten minste eens per jaar worden gekeurd.
Hoe vraagt u om kwaliteit
U wilt als opdrachtgever de kans op een goed uitgevoerd project zo groot mogelijk maken. Dit kan op verschillende manieren. Eén van de mogelijkheden is om tijdens het aanbestedingstraject potentiële opdrachtnemers expliciet te vragen om aan te tonen dat zij de capaciteiten in huis hebben om de klus op een goede manier te klaren. Vraag daarom of uw opdrachtnemer beschikt over een certificaat of accreditatie voor de werkzaamheden. In een aantal gevallen is een certificaat / accreditatie in combinatie met een erkenning door de overheid zelfs verplicht. Voordat u een opdracht verleent tot het uitvoeren van bodemonderzoek, de aanleg of een keuring (inspectie) van een vloer of ondergrondse tank, verdient het dus aanbeveling om eerst te controleren of de opdrachtnemer wel beschikt over een erkenning (en of dit een erkenning is voor de juiste activiteit). U kunt dit controleren op de lijst met erkenningen. Werkzaamheden die onder certificatie of accreditatie zijn uitgevoerd kunt u herkennen aan het logo van het keurmerk.
Bewijs van Aanleg Onder Certificaat (BAOC)
Bij aanleg onder certificaat kunt u als eigenaar van de vloer of verharding vragen om een Bewijs van Aanleg Onder Certificaat (BAOC). Deze verklaring wordt per gecertificeerde aanleg door de aannemer ingevuld en ter goedkeuring door de certificerende instelling voorzien van een datumstempel als bewijs dat de voorziening onder certificaat is aangelegd. Het BAOC is verankerd in de BRL SIKB 7700.
Na goedkeuring van een vloeistofdichte vloer of verharding dan wel een ondergrondse tank verkrijgt u van de erkende inspectie-instelling een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening respectievelijk een inspectiecertificaat. Deze documenten hebben een praktische bewijswaarde.
Verplichte erkenning van opdrachtnemer
In diverse gevallen is voor bodemonderzoek en de aanleg of keuring (inspectie) van voorzieningen en ondergrondse tanks is naast een certificaat respectievelijk accreditatie tevens een erkenning door de overheid op grond van het Besluit bodemkwaliteit verplicht. Resultaten van werkzaamheden, zoals inspectierapporten, die zijn uitgevoerd door niet-erkende bedrijven / instellingen terwijl zo'n erkenning wel verplicht was, moet de overheid buiten beschouwing laten.
Voor welke werkzaamheden is erkenning verplicht
Voor een aantal werkzaamheden die een uitvoerend bedrijf (aannemer) in het kader van bodembescherming verricht, is een erkenning door de overheid verplicht, maar niet voor alle. Zie het overzicht van werkzaamheden waarvoor een erkenning wel of niet verplicht is, met bijbehorende normdocumenten.
Beheer
SIKB verzorgt het beheer over de richtlijnen voor ontwerp, aanleg en inspectie van vloeistofdichte vloeren en verhardingen, alsmede over de richtlijnen voor de inspectie van ondergrondse tanks en kathodische bescherming. Voor het beheer is een Centraal College van deskundigen bodembescherming ingesteld. In het college zijn alle belanghebbende partijen vertegenwoordigd. SIKB beheert niet de richtlijnen voor de installatie van ondergrondse tanks en kathodische bescherming en het verwijderen en onklaar maken van ondergrondse tanks. Dit beheer ligt bij Kiwa.