Eisen aan bodembeschermende voorzieningen
De Activiteitenregeling bevat vier eisen waaraan bodembeschermende voorzieningen moeten voldoen.
- de voorziening moet zodanig zijn uitgevoerd dat vloeistoffen effectief worden opgevangen en opgeruimd
- in de voorziening mag geen hemelwater terecht komen, tenzij dit regelmatig wordt verwijderd
- de voorziening moet bestand zijn tegen de inwerking van de bodembedreigende stof en de omstandigheden waaronder opslag plaatsvindt
- voor lekbakken geldt dat de opvangcapaciteit minimaal 110 % moet zijn van de inhoud van de grootste verpakkingseenheid of opslagtank, met dien verstande dat de opvangcapaciteit ten minste 10% is van de inhoud van alle opgeslagen stoffen.
Aanleg door erkende persoon of instelling Bij alle inrichtingen waar vloeibare brandstof wordt afgeleverd moet de vloeistofdichte vloer worden aangelegd door een erkende persoon of instelling. Dat geldt niet alleen bij aflevering aan motor- en spoorvoertuigen maar ook aan snor- en bromfietsen, agrarische voer- en werktuigen etc. Daarnaast geldt de verplichting voor inrichtingen waar ureum wordt afgeleverd aan motorvoertuigen voor het wegverkeer en spoorvoertuigen. Als in de inrichting minder dan 25 kubieke meter per jaar wordt afgeleverd dan is een vloeistofdichte vloer of verharding niet verplicht. Er mag dan ook een andere bodembeschermende voorziening worden toegepast, bijvoorbeeld een vloeistofkerende voorziening met incidentenmanagement. In bepaalde specifieke gevallen mag in plaats van een vloeistofdichte vloer of verharding een geomembraanbaksysteem worden toegepast.
BAOC Bij aanleg onder certificaat kunnen opdrachtgevers (de eigenaren van de vloeren of verhardingen) vragen om een Bewijs van Aanleg Onder Certificaat (BAOC). Deze verklaring wordt per gecertificeerde aanleg door de certificerende instelling afgegeven als bewijs dat de voorziening onder certificaat is aangelegd. Het BAOC is verankerd in BRL SIKB 7700.
BHOC Als er binnen de reguliere inspectieperiode van zes jaar reden is tot herstel, heeft de opdrachtgever de keuze tussen het laten herstellen van de vloer door een erkende aannemer of het laten herstellen van de vloer door een niet-erkende aannemer. In het eerste geval wordt er een Bewijs Herstel Onder Certificaat (BHOC) op grond van BRL SIKB 7700 afgegeven door de aannemer. Dit is voor alle aannemers een universeel document zodat het herkenbaar wordt.
In het tweede geval wordt er geen BHOC afgegeven, maar worden de herstelwerkzaamheden na het werk van de aannemer gekeurd door een erkende inspectie-instelling op grond van de inspectierichtlijn AS SIKB 6700. Daarna volgt het keuringsrapport met daarin een Verklaring Vloeistofdichte Voorziening.