Verdere verbetering sleufloze technieken
Bij de aanleg van ondergrondse infrastructuur, zoals kabels en leidingen, wordt steeds meer gebruik gemaakt van sleufloze technieken zonder graafbewegingen. Dit betekent minder hinder voor de omgeving, want geen verkeersonderbrekingen, een snellere projectuitvoering en een duurzamere techniek. SIKB en branchevereniging NSTT werken gezamenlijk aan een voortgaande verbetering van de kwaliteit van deze technieken. Daartoe zijn drie nieuwe documenten vastgesteld, gericht op het beperken van risico’s en hinder bij de sleufloze aanleg van kabels en leidingen. Voor de ontwerper, voor de uitvoerende aannemer en voor de vergunningverlener/toezichthouder.
‘In de ondergrond blijven’
In 2016 is het project ‘In de ondergrond blijven’ gestart. Uit dit project komen drie producten voort, waarvan de laatste twee nu worden opgeleverd. Het gaat om protocol 5201, ‘Geotechnisch grondonderzoek bij sleufloze technieken’ (opgeleverd in 2019), protocol 5211, ‘Boogboormethode met snijkop’, en het Kennisdocument Sleufloze technieken (beiden opgeleverd in maart 2021). Daarmee komt voor elk van de doelgroepen, namelijk de ontwerper, de uitvoerende aannemer en de vergunningverlener/toezichthouder, een extra hulpmiddel op de markt. U vindt de drie documenten hier.
Verkleinen van risico’s
Voor ontwerp en uitvoering van sleufloze technieken bestaat al de norm NEN 3650/3651. De door die norm voorgeschreven activiteiten worden als te uitgebreid ervaren voor veel kruisingen van objecten buiten belangrijke waterstaatswerken. Dit geldt in het bijzonder voor kleinere boringen. Het nieuwe protocol 5201 is daarom gericht op het geotechnisch ontwerp van die minder omvangrijke werkzaamheden, waarmee het een behoefte in de markt opvult. Het doel van dit protocol is het verkleinen van risico’s en het vermijden van discussies over de juiste uitvoeringswijze. Wat betreft het te doorlopen werkproces omvat het protocol het gehele traject van geotechnisch onderzoek, van planfase tot realisatie. Daarbinnen vinden bureau-, terrein- en laboratoriumonderzoek plaats.
Boogboring met snijkop
Protocol 5211 maakt het toepassen van een relatief weinig gebruikte uitvoeringsmethode mogelijk: de ‘boogboring met snijkop’ (BBM-S). Hierin worden de principes van twee al bestaande boortechnieken gecombineerd (de HDD-techniek met de kromtestraal van een boogzinker). Het protocol beschrijft vooral de eisen aan voorbereiding en uitvoering van het werk.
Kennisdocument bevoegd gezag
Het Kennisdocument is erop gericht om de kennis over de bij sleufloze technieken van toepassing zijnde regelgeving bij alle betrokken partijen te vergroten. Het document is daarbij primair gericht op het bevoegde gezag, voor wie het een naslagwerk kan zijn bij toepassing van die regelgeving. Dat geldt zowel bij het verlenen van de voor uitvoering benodigde vergunningen als bij het daarop uit te voeren toezicht.
Ingangsdatum 1 juni
Protocol 5201 is in het voorjaar van 2019 gepubliceerd. Met de vaststelling van protocol 5211 en het Kennisdocument op 18 maart 2021 door het CCvD Bodembeheer is het project afgerond. Het bestuur van de NSTT zal in haar vergadering van 27 mei a.s. worden gevraagd om in te stemmen met dezelfde versie van beide documenten. Daarom houden we als datum in werking treden 1 juni a.s. aan.
Zoals altijd is ook hier kwaliteitsverbetering een doorlopend proces. NSTT en SIKB hebben dan ook de intentie uitgesproken om hierin samen verder op te trekken.
Samenwerking
Het project vloeit voort uit de door SIKB en de NSTT, de Nederlandse branchevereniging voor sleufloze technieken, aangegane intentie overeenkomst om gezamenlijk de kwaliteit van sleufloze technieken verder te ondersteunen. Het uitvoerend consortium bestaat, naast SIKB en NSTT, uit drinkwaterbedrijf Oasen en het Hoogheemraadschap van Rijnland. Ook vanuit het Uitvoeringsprogramma (UP) onder het Convenant Bodem en Ondergrond 2016-2020 is een financiële bijdrage voor het project ontvangen.