Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

Programmaraden SIKB gaan meer samenwerken

900 jaar – zoveel ervaring brengen de leden van de Programmaraden Bodembescherming en Bodembeheer in. Daar kan en moet meer gebruik van worden gemaakt, bijvoorbeeld door regelmatiger gezamenlijk te vergaderen. Dat werd vastgesteld tijdens een bezoek van beide gremia aan de Nedereindse Plas in Utrecht.


Een aantal leden van de programmaraden bij de Nedereindse Plas – foto SIKB

Ogen en oren
Voorafgaand aan en na het bezoek aan het gebied bogen de beide Programmaraden zich over de gemeenschappelijke agenda. De Programmaraad Bodembeheer is een van de antennes van SIKB. Wat zijn strategische kansen of knelpunten in het werkveld bodem en ondergrond? Welke beleidsmatige zaken spelen er? Aan welke nieuwe technieken moet SIKB aandacht schenken, en zo meer. Deze raad adviseert het SIKB bestuur en programmabureau vanuit een helicopterview. Deelnemers zijn onder andere vertegenwoordigers van rijks- en lagere overheden, het onderwijs en het opdrachtgevend, adviserend of uitvoerend bedrijfsleven.
Ook de Programmaraad Bodembescherming functioneert als de ogen en oren van SIKB, maar richt zich wat meer op het signaleren van behoeften en lacunes in de BRL-en en richtlijnen, schema’s en buigt zich over bijvoorbeeld eventuele ongewenste effecten van beleid, regelgeving of uitvoeringszaken. Naast vertegenwoordigers van diverse overheden en inspectie-instellingen, is ook in deze Programmaraad het uitvoerende bedrijfsleven goed vertegenwoordigd.


Marcel Koeleman en Rachelle Verburg met dubbele brillen die de gemeenschappelijke kijk verbeelden – foto SIKB

Dubbele brillen voor dezelfde kijk
De voorzitters van beide Programmaraden, Rachelle Verburg (Bodembeheer) en Marcel Koeleman (Bodembescherming), droegen voor deze gelegenheid dubbele brillen, om de beide blikken samen te brengen. Want ondanks dat de Programmaraad Bodembeheer op een wat meer holistische, brede manier kijkt naar de ontwikkelingen in bodem en ondergrond, en de Programmaraad Bodembescherming de nadruk legt op de meer technische kanten, hebben beide raden veel gemeenschappelijk. Een mooi voorbeeld werd aangedragen door Frank Agterberg, voorzitter BodemenergieNL. De energietransitie en de inzet daarvoor van de bodem en ondergrond is een grote maatschappelijke opgave. Tegelijk kan het gebruik van onze bodem en ondergrond hiervoor leiden tot ongewenste risico’s en belasting met milieuvreemde stoffen. Beleid en praktijk ontmoeten hier dus elkaar. Want als je geen stop wil op deze vorm van energietransitie, hoe weeg je dan de risico’s tegen elkaar af, en hoe definieer je welk risico aanvaardbaar is?
Het leidde tot de uitspraak van de leden dat, passend bij SIKB als bruggenbouwer, gemeenschappelijk overleg prima kan leiden tot wederzijdse versterking. De suggestie werd gedaan om in het vervolg voor beide raden de (jaar)agenda’s op elkaar af te stemmen, en samen te vergaderen over onderwerpen waaraan beide Programmaraden een bijdrage kunnen leveren.

Afvalputten
Tussendoor was er uitleg door Gert Leurink van Gemeente Utrecht over de historie van de verontreinigingen en de aanpak daarvan in en bij de Nedereindse Plas. Deze is begin jaren dertig van de vorige eeuw ontstaan door zandafgravingen voor onder meer de aanleg van de A2 en de bouw van Nieuwegein. Er ontstonden drie putten, waarvan de grootste de bijnaam kreeg de ‘Put van Weber’, vernoemd naar de firma Weber, verantwoordelijk voor de zandwinning, en die meer dan dertig meter diep is. De putten werden vervolgens in de loop van de vorige eeuw gebruikt als stortplaats voor allerlei afval. Een deel daarvan vormt nu de berg waarop de kunstskibaan en een mountainbikeparcours zijn aangelegd.


Gert Leurink, lang betrokken geweest bij het saneren en beheren van de Nedereindse Plas – foto SIKB

Verboden te zwemmen
Gert Leurink is namens de gemeente Utrecht lange tijd betrokken geweest bij het gebied. Hij verzorgde een inleiding en rondleiding voor de beide Programmaraden. In zijn presentatie ging hij in op onder meer de verontreinigingen, de saneringen en het beheer van de putten, zoals die van een instabiele oever van de Westplas. Alhoewel de waterkwaliteit nu redelijk goed is, is zwemmen nog steeds verboden. Utrecht begon in 2006 met een miljoenen kostende sanering van de plas, maar dat is niet volledig volgens plan verlopen. Een folie over de afvallaag op de bodem geeft onvoldoende bescherming tegen de aangetroffen oplosmiddelen, oliën en zware metalen.

Drijvende zonnepanelen
Het compleet afgraven van de Put van Weber zou ruim 200 miljoen kosten. Dit is niet haalbaar. De stad zoekt nu naar vormen van (recreatief) gebruik. Gedacht wordt aan meer wandel- en fietspaden en een al wat ouder plan om drijvende zonnepanelen op de plas te leggen is opnieuw in onderzoek. In de toekomst komt er mogelijk een natuurlijke waterzuiveringsinstallatie (helofytenfilter) op het terrein. Het contract met de aannemer voor de huidige zuivering loopt bijna af, vertelde Gert Leurink.