Traject Maatwerkoplossing voor archeologen afgerond
Veertien archeologen hebben gebruik gemaakt van de Maatwerkoplossing om zich in te kunnen schrijven in het Actorregister Archeologie. Deze registratie is vanaf 1 juli 2016 mogelijk voor alle personen die als KNA-actor werkzaam zijn en die gravend onderzoek verrichten. Sommige ervaren archeologen beschikken voor deze certificering met registratie echter niet over alle benodigde diploma’s. Het Centraal College van Deskundigen Archeologie heeft voor hen een maatwerkoplossing gecreëerd.
Henry Hommes is een van de veertien archeologen die van deze maatwerkoplossing gebruik heeft gemaakt. Hij heeft dertig jaar ervaring als archeoloog, waaronder de laatste achttien jaar voor de gemeente Nijmegen. ‘Weliswaar voldoe ik niet geheel aan de nu gestelde opleidingseisen, maar voor mijn werk heb ik mij voortdurend op de hoogte gehouden van nieuwe technieken, inzichten en eisen, zoals aan de wijze van rapporteren. Maar ik ben gelukkig met de maatwerkoplossing die is bedacht. En al ging ik behoorlijk zenuwachtig naar het gesprek met de vier deskundigen, die over mijn kwaliteiten een oordeel moesten vellen, het gesprek verliep buitengewoon plezierig en ik kwam er met een heel goed gevoel uit. De professionaliteit van de gesprekspartners was buitengewoon hoog en ik ben zeer te spreken over het proces.’
Een van die vier gesprekspartners was Desirée Joosten-ten Brinke, als lector Kwaliteit van toetsen en beoordelen verbonden aan de Fontys lerarenopleiding Tilburg en de Open universiteit. Ook zij kijkt met voldoening terug op de met de kandidaten gevoerde gesprekken. ‘Inhoudelijk heb ik geen archeologische kennis, maar ik kon bijdragen door op de competenties te beoordelen, in relatie met gevraagde deskundigheid. Is er voldoende kundigheid opgebouwd, en daarmee voldoende kennis, om de stappen uit de KNA zelfstandig uit te voeren? Wat mij trof was het enthousiasme en de liefde voor het vak, dat zo nadrukkelijk bij iedereen aanwezig was. Bij een beoordeling moet je altijd kiezen tussen ofwel beoordelen “hebben wij de goede kandidaat voor ons?” ofwel “kunnen wij voorkomen dat wij een slechte kandidaat toelaten?” In de gesprekken hebben wij voor die laatste insteek gekozen; wij moeten vermijden dat het archeologische vak schade wordt toegebracht. De gesprekken en het raadplegen van referenten gaven ons hierover voldoende informatie. Onze bevindingen hebben we nu aangeboden aan SIKB die de uiteindelijke registratie verzorgt.’