Nieuws van het CCvD Bodembescherming
Op 8 juni 2017 vergaderde het Centraal College van Deskundigen en Accreditatiecollege Bodembescherming. Dit college beheert de richtlijnen voor vloeistofdichte vloeren, tanks en werken met IBC-bouwstoffen. Door de strikte planning van de wijziging van de Regeling bodemkwaliteit moesten die allemaal tijdens deze vergadering aan de orde komen. Een drukke agenda dus.
De BRL SIKB 7700 Aanleg of herstel van een vloeistofdichte voorziening was een van de documenten die de revue passeerden. Al hadden sommige leden moeite met de snelheid waarmee de wijzigingen moesten worden doorgevoerd, iedereen was het eens met het feit dat een nu niet aangepaste BRL voor problemen kan zorgen. ‘De marktpartijen hebben bijvoorbeeld last van het nu grijze gebied tussen de definities van “herstel” versus “nieuwe aanleg” van vloeren, werd bijvoorbeeld ingebracht. Ondanks de weinige tijd die nog rest, toonden de leden zich bereid over deze en enkele andere knelpunten binnen twee weken een uitspraak te doen. De BRL kan zodoende tijdig aan de Raad voor Accreditatie en het ministerie van I&M ter goedkeuring worden voorgelegd.
De bespreking van de aanpassingen in het Accreditatieschema 6700 Inspectie vloeistofdichtheid van bodembeschermende voorzieningen leverde meer discussie op. Uitvoerig werd stilgestaan bij een eerder gevoerd overleg tussen SIKB, ODI/VDV (Onafhankelijke Deskundige Inspecteurs en adviseurs voor Vloeistof Dichte Voorzieningen), RvA en het ministerie van I&M. Inzet van dat gesprek was de behoefte van opdrachtgevers om de kwaliteit van een vloer niet alleen voor dat moment te inspecteren, maar ook een ‘richtinggevend hersteladvies’ in het inspectierapport te geven. In het overleg dienen zich twee inspectie-varianten aan; een waarin alleen een uitspraak wordt gedaan over de kwaliteit van de vloer op het moment van inspecteren, en een waarin tevens een uitspraak advies wordt gedaan over de duurzaamheid van de vloer (hoe lang blijft hij goed bij normaal gebruik?). Voor die extra uitspraak zijn echter nog geen criteria opgesteld op basis waarvan een inspecteur een uitspraak kan doen. Twijfels bij sommige leden over de haalbaarheid om dergelijke objectieve criteria op te kunnen stellen, konden gaandeweg de discussie maar deels worden weggenomen. Besloten werd om nu alleen de eerste uitspraak voor te leggen aan de RvA en verder te werken aan criteria die adequaat het begrip ‘duurzame bescherming’ omschrijven. Ook stelde het college een nieuwe versie vast van de richtlijn voor het inspecteren van werken met IBC-bouwstoffen (AS 6900). Hierdoor wordt het mogelijk om ook de kwaliteit van deklaag en het grondwater te inspecteren op locaties waar in de tijden van het Bouwstoffenbesluit allerlei materialen zijn toegepast. Tenslotte kwamen ook diverse wijzigingen van de inspectierichtlijn voor tanks en leidingen (AS 6800) aan de orde.