Bodembescherming: praktijkproef nodig voor luchttest
Het College Bodembescherming stemt in met het rapport van de Advieskamer Stortbesluit en besluit tot het op korte termijn uitvoeren van een praktijkproef voor inspecties van vloeistofdichte vloeren met een luchttest. Het gaat dan om vloeren die bestaat uit op folie gestort beton.
Het CCvD / AC Bodembescherming heeft de Advieskamer Stortbesluit verzocht advies uit te brengen over de theoretische kaders van het luchttestsysteem voor de beoordeling van vloeistofdichtheid van betonnen vloeren die direct op folie zijn gestort. Tevens om een opzet van een praktijkproef te beschrijven. De luchttest is beschreven in protocol 6704 en wordt gebruikt om te inspecteren of een vloer vloeistofdicht is. Aanleiding hiervoor zijn twijfels of de luchttest wel werkt bij een vloer die bestaat uit gestort beton waar folie onder ligt. Die twijfels zijn er niet bij het gebruik van de luchttest bij aansluitpunten of doorvoeren.
Rapport Advieskamer
Op 24 november 2017 heeft de Advieskamer Stortbesluit advies uitgebracht. Dit advies is heeft als belangrijkste conclusie dat een vloer van beton direct gestort op folie, niet met het luchttestsysteem kan worden gekwalificeerd als vloeistofdicht. Doordat de betonvloer direct op de folie is gestort kan de ingebrachte lucht, met een maximale druk van 75% van het vloergewicht, nooit alle delen van de onderkant van de vloer bereiken waardoor gebreken op de niet bereikte delen niet kunnen worden geconstateerd. Dat leidt tot onjuiste (onvolledige) inspectieresultaten.
Daarom adviseert de Advieskamer om de reikwijdte van protocol 6704 zodanig aan te passen dat inspectie met het luchttestsysteem niet meer toegestaan is bij vloeren van beton die direct op folie zijn gestort.
Praktijkproef
Tevens is in het rapport een meetprotocol voor het uitvoeren van een praktijkproef opgenomen waarin de benodigde omstandigheden en uitvoeringsvoorwaarden waaraan een praktijkonderzoek moet voldoen zijn beschreven. Het college heeft besloten om zo’n praktijkproef uit te voeren. De praktijkproef zal gericht zijn op het falsifiëren van de hypothese dat de lucht zich niet kan verspreiden onder het gehele ondervlak van een betonnen vloer gestort op folie.
Besluiten van het college
Op 22 december 2017 heeft het CCvD/AC Bodembescherming in een extra vergadering ingestemd met het rapport van de Advieskamer Stortbesluit met kenmerk 009-AKS20171124 d.d. 24 november 2017 in combinatie met het uitvoeren van een praktijkproef. De praktijkproef zal zijn ter falsificatie van de hypothese dat de lucht zich niet kan verspreiden onder het gehele ondervlak van een betonnen vloer gestort op folie. De praktijkproef wordt uitgevoerd overeenkomstig bijlage 3 van het adviesrapport. Wel wordt een aanvullende onderzoeksvraag toegevoegd, te weten: ‘waar moet de druk worden gemeten om te bepalen of wordt voldaan aan het 75% criterium uit protocol 6704 (ingang, doorvoer of onder de vloer)’?
SIKB zal als schemabeheerder de praktijkproef conform bijlage 3 organiseren en betalen. Zolang de praktijkproef nog niet is uitgevoerd zal protocol 6704 nog niet aangepast worden. Het college is van mening dat er - mede gelet op de belangen van opdrachtgevers – op korte termijn communicatie over de validiteit van de luchttest bij op folie gestort beton moet plaatsvinden.
Gebruik van de luchttest
De luchttest is een toegelaten techniek zolang de praktijkproef niet is uitgevoerd. Maar gezien de sterke twijfels aan de werking adviseert het college inspectiebedrijven om -hangende de praktijkproef- zeer terughoudend te zijn met het uitvoeren van de inspecties met behulp van een luchttestsysteem op een betonvloer die op een folie is gestort. Geadviseerd wordt om de inspectiemethode op deze specifieke vloeren alleen in te zetten als nader onderzoeksmethode bij bijvoorbeeld doorvoeren, bevestigingspunten en aansluitingen en niet meer toe te passen op vlakke oppervlakten en scheurvorming. Het wel toepassen van die methode op vlakke oppervlakten en scheurvorming zonder dat de uitslag van de praktijkproef bekend is, komt voor eigen verantwoordelijkheid. De inspectie-instellingen zijn door SIKB ook schriftelijk geïnformeerd.