Minder afwijkingen bij certificatie bodembeheer in 2011
Het Centraal College van Deskundigen Bodembeheer heeft in haar vergadering van december 2012 het rapport Kwaliteitsverklaringen met blijvende waarde 2011 vastgesteld, waarin het functioneren van de certificatieschema”s voor milieuhygiënisch bodembeheer over 2011 is beoordeeld.
Het Centraal College van Deskundigen Bodembeheer heeft in haar vergadering van december 2012 het rapport Kwaliteitsverklaringen met blijvende waarde 2011 vastgesteld, waarin het functioneren van de certificatieschema”s voor milieuhygiënisch bodembeheer over 2011 is beoordeeld. In dit kader zijn de resultaten van (vervolg-)audits door certificerende instellingen in 2011 voor de beoordelingsrichtlijnen BRL SIKB 1000, 2000, 2100, 6000, 7000, 7500 en 9335 beschreven. Tevens zijn -voor zover mogelijk- de resultaten in perspectief geplaatst door vergelijking met de periode tussen 2006 en 2010.
Rapport Kwaliteitsverklaringen met blijvende waarde 2011
Alle certificatierichtlijnen in beheer bij het Centraal College van Deskundigen Bodembeheer voorzien intussen in een jaarlijkse rapportage van de certificatie-instellingen aan SIKB.Voorliggend rapport is de zesde rapportage over de uitvoering van de certificatieschema”s voor bodembeheer. Deze rapportage heeft betrekking op het kalenderjaar 2011. Net als over 2009 en 2010 is in het rapport (vooral) een getalsmatige beoordeling van de over 2011 gerapporteerde gegevens uitgevoerd.
De Jaarrapportage 2011 maakt deel uit van het zichtbaar maken van de resultaten van de “eigen” controles van het private systeem van kwaliteitsborging in het bodembeheer sinds 2001. Per Beoordelingsrichtlijn en protocol gaat de Jaarrapportage gedetailleerd in op de ontwikkelingen en de bevindingen van de certificerende instellingen in 2011.
Voor de Jaarrapportage 2011 hebben de certificerende instellingen gegevens aangeleverd over aantallen certificaten, controles en geconstateerde afwijkingen. Verder is in de rapportage aandacht geschonken aan het aantal klachten en de aard ervan. Ook het aantal en aard van de sancties is terug te vinden in de rapportage. De rapportage bevat daarnaast de bevindingen van de certificerende instellingen over kwaliteitssystemen en suggesties worden gedaan voor verbeteringen.
Naast de “structurele” controles zijn ook in 2011 door de certificerende instellingen aanvullende controles uitgevoerd op onder meer het omgaan met analysegegevens en het inhuren en uitbesteden van werkzaamheden
Het CCvD heeft in haar vergadering van 13 december 2012 het bestuur van SIKB geadviseerd deze rapportage vast te stellen.
Uit de resultaten blijkt voor het kalenderjaar 2011 onder meer het volgende:
ÃÂ÷ Het aantal certificaten in 2011 was ruim 1300. In 2006 was dat nog 560 stuks. Deze stijging hangt vooral samen met de wettelijke verplichting vanaf 2008 om bepaalde werkzaamheden nog uitsluitend door gecertificeerde (en op basis daarvan) erkende bodemintermediairs te laten plaatsvinden. Een gecertificeerde organisatie / bedrijf kan overigens beschikken over meerdere certificaten voor verschillende werkzaamheden. Het aantal organisaties per certificaat (lees: per Beoordelingsrichtlijn) is vermeld in de bijlagen van de Jaarrapportages. Op de website van AgentschapNL zijn de namen van de organisaties / bedrijven per certificaat terug te vinden. Het totale aantal afgegeven certificaten is in 2011 daarmee gestegen met ca. 16%, vooral tengevolge van een nieuw schema BRL SIKB 2100 en een groter aantal certificaathouders voor BRL SIKB 7500 en BRL9335. Voor de andere schema”s is sprake van een relatief constant niveau, waarmee de trend uit eerdere jaren wordt voortgezet;
ÃÂ÷ het aantal opvolgingsaudits in 2011 is weer verder is gestegen tot ruim 3.443 per jaar. In 2008 waren dat er nog bijna 2.100. Het totaal aantal opvolgingsaudits per certificaat(-houder) is in 2011 vrijwel gelijk aan 2010 (gemiddeld 2,6). Ongeveer 30% van de audits in 2011 had betrekking op veldwerkzaamheden (BRL SIKB 2000/2100), ongeveer 40% richtte zich op de begeleiding en uitvoering van saneringen van bodem en waterbodem (BRL SIKB 6000/7000) en ca. 30 % op grondstromen (incl. monsterneming en bewerking) (BRL 1000/7500/9335);
ÃÂ÷ het totale aantal afwijkingen is in 2011 significant gedaald ten opzichte van 2010 (-17%);
ÃÂ÷ deze (absolute) afname geldt voor alle schema”s, m.u.v. BRL SIKB 7500; hier hangt de stijging echter samen met een gestegen aantal certificaathouders en opvolgingsaudits. De grootste afname wordt berekend voor BRL 1000;
ÃÂ÷ afwijkingen worden voornamelijk geconstateerd op BRL-niveau (eisen opleidingen, frequentie interne audits, documentatie op kantoor etc.) en niet op protocol-niveau. Alleen voor BRL SIKB 7500 en BRL 9335 ligt dat andersom;
ÃÂ÷ het aantal afwijkingen per certificaat(houder) is voor alle schema”s lager dan in 2010. De grootste afname is berekend voor achtereenvolgens BRL 1000 (-35%), BRL SIKB 2000 (-27%) en BRL SIKB 7000 (-23%);
ÃÂ÷ het aantal afwijkingen per opvolgingsaudit is voor alle schema”s afgenomen ten opzichte van 2010. De grootste afname is berekend voor BRL 9335 (-41%) en BRL SIKB 7000 en BRL 1000 (-37%).
ÃÂ÷ beoordeling door de CI”s in 2011 op aanvullende aspecten, zoals vermeld in de Richtlijn aanvullende controles, heeft –net als in 2010- niet geleid tot het aantreffen van extra afwijkingen/veel onregelmatigheden.
Voor het rapport over 2011: klik hier