Kennis van kwaliteit in bodem en archeologie

CCvD Archeologie heeft evaluatie laten uitvoeren naar de EVC en andere overgangsregelingen

Deze evaluatie is uitgevoerd in opdracht van het CCvD Archeologie om het doel de verwachtingen en de uitvoering van de overgangsregeling in beeld te brengen.

Is met de overgangsregeling recht gedaan aan de, door de KNA gestelde opleidingseisen, in het gedrang komende economische belangen van in de archeologie werkzame personen? Heeft de overgangsregeling voorzien in het toekennen van waarde aan een bepaalde mate en een bepaald niveauvan kennis en ervaring als alternatief voor een universitaire opleiding archeologie? Als uitgangspunt is het CCvD-besluit met betrekking tot belangenafweging van 22 mei 2008 genomen (zie bijlage in het rapport). Dit besluit is opgesplitst in een aantal deelbesluiten die geëvalueerd worden aan de hand van de volgende vraagstellingen:
1. Heeft het instellen van een overgangsregeling voor personen die beroepshalve werkzaam zijn in de Nederlandse archeologie zonder (relevant) academisch diploma geleid tot aanvulling van de gedefinieerde opleidingsdeficiënties bij betreffende personen;
2. Is overgangsregeling vormgegeven op basis van de uitgangspunten door het CCvD vastgesteld (vrijstelling op basis van (elders) verworven competenties, aansluiting bij het Beroepsregister van de NVvA en opbouw portfolio);
3. Is de overgangsregeling vormgegeven met de criteria door het CCvD vastgesteld (opgebouwd economisch belang, benoemde functies, opstellingsduur, werkervaring, kosten, doorgroei en academisch niveau);
4. Heeft de Werkgroep Voorbereiding EVC bij de uitwerking van de overgangsregeling de vragen met betrekking tot de definitie van het diploma archeologie kunnen beantwoorden. Heeft de NVvA de uitvoering van de overgangsregeling op zich genomen;
5. Heeft de minister van OCW voldaan aan het verzoek van de CCvD met betrekking tot aanpassing Besluit archeologische monumentenzorg, het laten uitoefenen van de huidige functie door personen gedurende de overgangsregeling en de handhaving;
6. Is de KNA 3.1 aangepast op de punten 'BA archeologie als prospector en/of KNA Archeoloog' en 'eisen aan archeologische specialisten'.
Omdat de overgangsregeling een éénmalige regeling betreft leidt deze evaluatie niet tot aanbevelingen voor een vervolgtraject. Met de evaluatie krijgt het CCvD inzicht in de eigen rol en doorwerking van besluiten. Dit kan van belang zijn voor toekomstige besluitvormingstrajecten.
Link naar het rapport